top of page
  • Anna van Gerve

Regen

Februari 2021


S kijkt naar mijn glas.

‘Drink je limonade maar helemaal op,’ zegt hij, ‘dat is gezond voor je.’

Hij tekent een walvis met oren, een schildpad met haren en een haaivis. Af met schrijven, bennelijven, bijna af met het schrijven, yes ik ben klaar met schrijven, ja, ja, ja, ja, zingt hij. Hij kent alle letters van het alfabet, poezenoortjes, de M, een berg met sneeuw, de A. Onze tuin komt langzaam vol met water te staan. De kleigrond laat geen regen door. Het is nog te vroeg voor narcissen, maar de krokussen laten hun kopjes al zien. Iedereen is moe. Van het binnen zitten, het thuiswerken, de mondkapjes, het om elkaar heen bewegen alsof we magneten zijn die elkaar afstoten, het verdacht zijn op elk kuchje, elke nies, gesloten scholen, zieke leraren, zelftesten, vaccinaties. Je ziet het aan de ouders op het plein, aan de juffen, zelfs aan de kinderen. We willen dat alles doorgaat, voor de kinderen, dat ze hun schoolfeesten hebben, voor de kinderen, hun afspraken met vriendjes, hun verjaardagen, hun traktaties, hun werkjes, hun broodtrommels, hun regenbroeken, hun handschoenen en mutsen, hun liedjes, hun verhalen, alles voor de kinderen.

‘Mama, wat is er aan de hand met de dag?’ vraagt S.

‘Wat?’

‘Denk je dat het ooit stopt met regenen?’

Ik schuif zijn haren opzij, achter zijn oren. Hij schudt zijn hoofd alsof hij een hond is die net heeft gezwommen.

‘Je weet toch dat het niet altijd zo is geweest?' zeg ik, 'Met de mondkapjes en het handen wassen en het testen bedoel ik.’

Hij kleurt zijn schildpad rose.

‘Het is niet normaal hoe het nu is. Ik heb zoiets nog nooit meegemaakt, papa ook niet.’

‘En oma?’

‘Ook niet.’

‘Thomas?’

‘Ook niet, niemand die ik ken.’

‘Dus eigenlijk is het uniek?’

‘Waar heb je dat nu weer geleerd?’

‘Freeks wilde wereld. Freek zoekt unieke diersoorten. Dat betekent dat niemand ze kent. Hoe schrijf je Goblinhaai?’

De dakpannen glimmen roestbruin. De kraaien vliegen nog, maar de roodborstjes, mussen en pimpelmezen hebben een schuilplaats gezocht. Onder het afdak van de schuur staan een houten tuintafel en klapstoeltjes opgestapeld.

‘Mama?,’ zegt S.

‘Ja...’

‘Wanneer word ik dan ziek?’

‘Je wordt niet ziek.’

‘Maar als ik ziek word, wanneer dan?'


33 weergaven0 opmerkingen
bottom of page